Bedrijven en instellingen met een jaarlijks energiegebruik van minimaal 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 Nm³ aardgas(equivalent) zijn verplicht alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder te implementeren (hierna: de energiebesparingsplicht). Op 1 juli 2023 is deze plicht aangescherpt, waardoor meer organisaties onder deze verplichting vallen en meer maatregelen noodzakelijk zijn. Uiterlijk 1 december 2023 moesten betrokken organisaties de overheid rapporteren over hun energiegebruik en genomen maatregelen via de informatie- en onderzoeksplicht.

Tot 17 mei 2024 hebben 49.588 locaties een informatieplichtrapportage ingediend (link naar kamerbrief, graag op onze hosting zetten tbv toekomstbestendigheid), wat ongeveer 44% van de doelgroep vertegenwoordigt. Deze rapportages tonen dat er in totaal circa 1,5 miljoen maatregelen van toepassing zijn, waarvan circa 70% volledig, 8% gedeeltelijk en 22% nog niet is uitgevoerd. Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024 is de energiebesparingsplicht gesplitst in maatregelen voor activiteiten (zoals het vervangen van elektromotoren) en gebouwen (zoals spouwmuurisolatie). Uit de rapportages blijkt dat circa 36% van de locaties volledig voldoet aan de plicht voor activiteiten, terwijl circa 20% van de locaties nog een kwart tot alle maatregelen moet uitvoeren. Voor gebouwmaatregelen voldoet 15% volledig aan de plicht en moet circa 20% van de locaties nog een kwart tot alle maatregelen treffen.

 

 

Intensieve Energiegebruikers

Tot 22 mei 2024 zijn 1.894 onderzoeksplicht-rapportages ingediend, wat neerkomt op circa 45% van de doelgroep. Uit deze rapportages blijkt dat in de jaren 2021 tot en met 2023 er 5.951 maatregelen zijn uitgevoerd, wat een jaarlijkse energiebesparing van circa 23 petajoule (PJ) opleverde. Daarnaast zijn er 4.593 kosteneffectieve maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder geïdentificeerd die nog moeten worden uitgevoerd, met een potentieel jaarlijkse besparing van circa 26 PJ aan energie. Dit levert een bijdrage aan de besparingsdoelstelling die is vormgegeven voor de gebouwde omgeving.

Overheidsinstanties

Veel overheidsinstanties vallen ook onder de plicht en hebben een voorbeeldrol te vervullen. Echter, niet alle overheidslocaties voldoen aan de energiebesparingsplicht. Enkele partijen, zoals het Rijksvastgoedbedrijf, werken aan een plan om zo snel mogelijk aan de plicht te voldoen en leveren daarnaast een bovenwettelijke besparing tot en met 2027. Er is in overleg met het ‘Bevoegd Gezag’ een Plan van Aanpal vastgesteld om dit te gaan realiseren. Het ministerie van Defensie heeft in samenwerking met de bevoegde autoriteiten een plan opgesteld om te voldoen aan zowel de energiebesparingsplicht als de Label C-verplichting voor kantoorgebouwen. Momenteel voldoet ook deze instantie niet volledig aan de wetgeving.

Handhaving en toezicht

De aanscherping van de energiebesparingsplicht heeft veranderingen gebracht in het toezicht en de handhaving door de omgevingsdiensten. Ter verdere professionalisering wordt een uitvoeringsagenda opgesteld om de belangrijkste knelpunten en kansen te identificeren, zoals verbeterde opleidingen voor toezichthouders en versterkte landelijke inzet op datagestuurd toezicht. In de praktijk blijkt dat er nog steeds onvoldoende toezichthouders zijn, maar dat soms ook het kennisniveau nog niet op het gewenste peil is.

Ophoging Terugverdientijd naar 7 Jaar

Evaluaties kunnen leiden tot aanpassingen van de plicht voor 2027. Sinds de invoering van het Activiteitenbesluit (anno 1992) was de terugverdientermijn vijf jaar. In het pakket aanvullend Klimaatbeleid (Kamerstuk 32 813, nr. 1230) is aangekondigd dat de terugverdientijd in 2027 zal worden verlengd van vijf naar zeven jaar. Uit een analyse van RVO blijkt dat bij deze verlenging naar verwachting tien nieuwe maatregelen aan de Erkende Maatregelenlijst (EML) toegevoegd gaan worden. Dit betreffen vooral extramaatregelen voor stoomketels en zwembaden, hoewel het exacte additionele potentieel moeilijk vast te stellen is.  Voor de huidige maatregelen zal dit betekenen dat technische randvoorwaarden van huidige maatregelen substantieel zullen worden herzien. Waar nu een maatregel pas na een bepaald aantal brand- of draaiuren verplicht is op een natuurlijk moment, kan dit leiden tot een aanpassing tot de directe uitvoer op een zelfstandig moment.

In het kort: de energiebesparingsplicht blijft een cruciaal instrument in de verduurzaming van energiegebruik binnen Nederland, met voortdurende evaluaties en aanpassingen om effectiviteit en naleving te verbeteren. Het is dan ook van groot belang om inzicht te hebben in deze wet- en regelgeving om te zorgen dat de verplicht gestelde maatregelen in de budgetten en MJOP’s opgenomen gaan worden. Keemink Vastgoed Inspectarium BV is specialist op dit vlak en helpt u graag bij het invulling geven van deze verplichting en doelmatige opvolging en implementatie hiervan in uw organisatie.