De Nederlandse overheid zet verdere stappen om de gebouwde omgeving te verduurzamen.

De CO2-uitstoot in deze sector is in 2023 gedaald en het gasverbruik is met 25% verminderd ten opzichte van 2021. Enerzijds veroorzaakt door maatregelen, anderzijds door aanpassingen in het gedrag van gebruikers, anderzijds door de gestegen kostprijs en gestegen energiebelasting. Toch zijn aanvullende maatregelen nodig om de klimaatdoelen voor 2030 te halen.

 

Uitfasering van EFG-labels bij huurwoningen

Vanaf 1 januari 2029 worden energielabels E, F en G voor huurwoningen uitgefaseerd. Dit betekent dat huurwoningen minimaal naar label D moeten worden verbeterd.

Dit wordt juridisch vastgelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Uitzonderingen gelden voor monumenten, tijdelijke woningen en woningen kleiner dan 50m².

Gemeenten krijgen de bevoegdheid om vanaf 2029 te handhaven. Verhuurders worden niet direct verboden om woningen te verhuren, maar krijgen verplichtingen om de energieprestatie te verbeteren. Dit leidt tot lagere energiekosten voor huurders en verhoogt de waarde van de woning. Voor verhuurders in gemengde Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) kan de verplichting vervallen als de VvE niet instemt met verduurzaming van gemeenschappelijke delen.

 

Financiële ondersteuning voor particuliere verhuurders

Om particuliere verhuurders te helpen, wordt een Ondersteuningspakket verduurzaming particuliere verhuur ingevoerd.

Dit omvat:

  • Verbeterde informatievoorziening via platforms zoals verbeterjehuis.nl.
  • Financiële ondersteuning via de Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH).
  • Stimulering van redelijke huurverhogingen bij verduurzaming, gebaseerd op een eerlijke verdeling van kosten en baten.

Hierin zullen de in de aankomende periode verdere acties worden uitgezet.

Verduurzaming van utiliteitsbouw

Vanaf 2030 worden minimumeisen gesteld aan de energieprestatie van bestaande utiliteitsgebouwen (winkels, kantoren, scholen, zorginstellingen).

De slechtste 16% van de gebouwen moet dan zijn verbeterd. In 2033 geldt dit voor de slechtste 26%.

Dit is een gevolg van de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD IV). Hieruit zal mogelijk aanvullende wet- & regelgeving worden opgetuigd.

Gebouweigenaren kunnen op verschillende manieren aantonen dat ze aan de eisen voldoen, zoals o.a. via een energielabel, energieverbruik of verduurzamingsmaatregelen.

De overheid voorkomt overlappende regelgeving en biedt uitzonderingen voor monumenten, defensiegebouwen en gebouwen die binnenkort gesloopt of verbouwd worden.

Portefeuilleaanpak en financiering

Voor grote vastgoedportefeuilles wordt een flexibelere aanpak toegestaan, waarbij eigenaren hun gebouwen gefaseerd verduurzamen, zolang de totale prestatieverbetering binnen de portefeuille gelijk blijft. Daarnaast wordt gewerkt aan extra financieringsmogelijkheden, zoals laagdrempelige leningen voor maatschappelijk vastgoed en mkb-bedrijven.

Energielabels voor monumenten

Vanaf 1 mei 2026 zijn monumenteneigenaren verplicht om bij verkoop of verhuur een energielabel te hebben. Dit betekent dat monumenten, net als andere gebouwen, inzicht moeten geven in hun energieprestatie. Hoewel monumenten worden uitgesloten van de minimumeisen voor utiliteitsbouw, moeten eigenaren zich voorbereiden op verdere verduurzaming richting 2050. Om eigenaren hierbij te ondersteunen, wordt gekeken naar het gebruik van bestaande Duurzame Monumentenadviezen (DuMo) als richtlijn.

Conclusie

De overheid blijft zich inzetten voor een energiezuinige en emissievrije gebouwde omgeving tegen 2050.

Door strengere eisen aan huur- en utiliteitsgebouwen, financiële ondersteuning en flexibele beleidsopties wordt gewerkt aan een haalbare en uitvoerbare transitie.

 

Download hier de kamerbrief